Begrippenlijst

Jaartallen
1595 = Het eerste tuchthuis wordt geopend in Amsterdam.
1795 = Napoleon verovert Nederland. Zij broer, Lodewijk Napoleon regeert over Nederland.
1809 = Eerste landelijke wetboek van strafrecht voor de Nederlanden, ingevoerd door Lodewijk Napoleon.
1813 = De Fransen verlaten Nederland, Willem I wordt koning.
1823 = Drie gestichten worden gebouwd in de Kolonie Veenhuizen.
1850 = Invoering van het cellulaire systeem.
1859 = De Maatschappij van Weldadigheid gaat failliet.
1870 = Afschaffing van de lijf- en doodstraffen in Nederland.
1875 = Veenhuizen komt in handen van het Ministerie van Justitie.
1886 = Het eerste echt Nederlandse Wetboek van Strafrecht wordt ingevoerd.
1954 = De Beginselenwet wordt ingevoerd.

A
Advocaat
Raadsman of – vrouw; adviseert, helpt en verdedigt de verdachte.
Arbeid
Gevangenen werken 20 uur per week, bijvoorbeeld in de hout- of metaalbewerking. Dit heet arbeid. Met arbeid verdient een gevangene €0,76 per uur.
Armoedebestrijding
Manieren waarop een regering armoede onder de bevolking probeert tegen te gaan.
Arresteren
Wanneer iemand verdacht wordt van of betrapt wordt op het begaan van een misdaad, wordt hij door de politie meegenomen naar het politiebureau voor verhoor.

B
Banstraf / verbanning
Middeleeuwse straf waarbij mensen die een misdaad hadden begaan, werden verbannen uit hun stad of streek.
Bedelarij / bedelaars
Mensen die om geld of eten vragen.
Bedeling
Het uitdelen van eten aan arme mensen.
Beginselenwet voor het Gevangeniswezen
De wet waarin van alles over straffen en gevangenissen is vastgelegd. Bijvoorbeeld over de soorten straf en over de rechten van gevangenen.
Beul
Een ander woord voor scherprechter. In de Middeleeuwen kon je gemarteld worden om je tot een bekentenis te dwingen. Ook voerde de beul alle lijf en doodstraffen uit.
Bolletjesslikker
Iemand die in plastic verpakte bolletjes met drugs doorslikt om ze zo een land binnen te smokkelen.

C
Cachot
Een hok, kerker of zolderkamer waarin verdachten vroeger werden opgesloten in afwachting van hun rechtszaak of straf op het schavot.
Celkap
Kap die het gezicht van gevangenen bedekte als zij naar buiten gingen, zodat niemand hun gezicht zou zien. Werd gebruikt tijdens het cellulaire systeem.
Cellulaire opsluiting / cellulair systeem
Vanaf 1850 worden gevangenen apart van elkaar opgesloten in cellen. Wordt ook wel eenzame opsluiting genoemd.
Contrabande
Alles wat een gevangene niet in zijn cel mag hebben: wapens, mobiele telefoon, sleutels, contact geld, drugs, enz.

D
Detentie
Opsluiting.
Doodstraf
In Nederland officieel in 1870 afgeschaft. In de Verenigde Staten kan een misdadiger nog wel tot de dood veroordeeld worden.
Drugskoerier
Probeert drugs uit een ander land naar Nederland te brengen om ze hier te verkopen.

E
Elektronisch toezicht
Vrijheidsstraf bij minder zware misdrijven. De veroordeelde krijgt een elektronisch enkelbandje om en moet thuis blijven. Hij kan zich tot ongeveer 60 meter van de telefoon bewegen. Gaat hij verder, dan gaat het alarm af in de centrale.
Extra Beveiligde Inrichting
Gevangenen die een gevaar zijn voor zichzelf of voor anderen en vluchtgevaarlijke gevangenen worden hier opgesloten. Afkorting: EBI.

G
Gedetineerde
Een gevangene. Kijk ook bij ‘detentie’.
Generaal Johannes van den Bosch
Voorzitter van de commissie van de Maatschappij van Weldadigheid en oprichter van de kolonie Veenhuizen.
Gesloten inrichting
Gevangenis met volledige bewaking.
Gesticht
Gebouw waarin zwervers ondergebracht worden.
Getuige
Iemand die tijdens een rechtszaak verklaart wat hij gezien of gehoord heeft.
Gevangenis
Bewaakte plaats waar mensen voor straf worden opgesloten, nadat ze een misdrijf hebben gepleegd.
Gevangenisstraf
Door de rechter opgelegde vrijheidsstraf. Opgesloten worden als straf, betekent dat je je vrijheid kwijt bent. Tegenwoordig is dit de voornaamste straf, naast geldboetes en taakstraffen.
Geweldsmisdrijf
Misdrijf waarbij geweld gebruikt wordt. Bijvoorbeeld vechten, bedreiging en moord.
Griffier
Secretaris bij een rechtbank. Maakt tijdens een rechtszaak aantekeningen van alles wat er gezegd en gedaan wordt.

H
Halfopen inrichting
Een halfopen inrichting is een gevangenis waar de mate van beveiliging beperkt is, omdat de gevangenen niet gevaarlijk of vluchtgevaarlijk zijn.
Hechtenis
Gevangen zitten.
Heropvoeding
Door strenge maatregelen iemands leven proberen te verbeteren.
Huis van bewaring
Lijkt op een gevangenis. Hier zitten mensen die zijn gearresteerd in afwachting van hun rechtszaak en het oordeel van de rechter.

I
Inspectie
Iedere dag worden er een paar cellen gecontroleerd. De medewerkers kijken of de cellen schoon zijn en of er geen verboden dingen liggen, zoals wapens en drugs.
Isoleercel
Speciale cel waarin agressieve gevangenen tijdelijk worden opgesloten als zij zich niet aan de regels hebben gehouden. Er is een wc en voor overdag een zitkussen en voor ’s nachts een matras.

J
Jeugddetentie
De enige vrijheidsstraf die opgelegd kan worden aan jongeren tot 18 jaar. Als een jongere schuldig is aan iets strafbaars, kan hij als straf jeugddetentie krijgen. Hij moet dan in een jeugdinrichting zijn straf uitzitten.
Jeugdinrichting
Gevangenis voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar.

K
Koepelgevangenis
Cirkelvormig gebouw met cellen rondom. Vanuit het midden kan een bewaker alle cellen zien. Koepelgevangenissen werden gebouwd toen het cellulaire systeem werd ingevoerd.
Koloniale munt
Een speciaal gemaakte munt waarmee je alleen in Veenhuizen kon betalen.
Koning Willem I
Eerste koning van Nederland van 1814 tot 1840.

L
Lijfstraf
Straf waarbij iemand lichamelijk pijn wordt gedaan, zoals stokslagen of brandmerken. Kwam vaak voor in de Middeleeuwen.
Luchten
Gevangenen mogen een paar keer per dag uit hun cel naar buiten. Ze komen dan op een speciale luchtplaats, meestal een kooi, waar ze niet uit kunnen klimmen.

M
Maatschappij van Weldadigheid
Een groep mensen die in de negentiende eeuw een oplossing bedachten voor de armoede in Nederland.
Martelen
Iemand met opzet lichamelijk pijn doen, als straf of om iemand iets te laten bekennen.

O
Officier van Justitie
Geeft leiding aan het opsporingsonderzoek van de politie en vervolgt de verdachten.
Ontvluchting
Ontsnapping van een gedetineerde uit de gevangenis of van het gevangenisterrein.
Onvrije kolonie
Koloniën in Drenthe waar landlopers, bedelaars, weeskinderen en vondelingen gedwongen naartoe werden gestuurd: Veenhuizen en Ommerschans
Open inrichting
Een gevangenis met zeer beperkte beveiliging. De gevangenen zijn overdag op of buiten het terrein werkzaam en mogen wekelijks met weekendverlof.
Orde en Tucht
De strenge regels die de verpleegden in Veenhuizen opgelegd kregen.

P
Penitentiaire inrichting
Gevangenis of huis van bewaring. ‘Penitentie’ betekent boete doen.
P.I.W.’er
Afkorting voor Penitentiair Inrichtings Werker, bewaarder in een gevangenis.
Psychische stoornis
Ziek zijn in het denken. Mensen met een psychische stoornis zien vaak dingen die er niet zijn en denken dingen die niet kloppen. Dat kan gevaarlijk zijn.

R
Rasphuis
Tuchthuis voor mannen; zij moesten er tropisch hardhout raspen.
Recidivist
Een ex-gevangene die na vrijlating wéér de fout ingaat.
Rechter
Onpartijdige persoon die bepaalt of iemand schuldig is of niet en wat voor straf iemand krijgt.
Rijkswerkinrichting
Na 1859 is de regering (eerst de minister van Binnenlandse zaken en dan de minister van Justitie) de baas in Veenhuizen.

S
Schandstraf
En straf uit de Middeleeuwen, waarbij je ten schande werd gemaakt. Je werd bijvoorbeeld aan de schandpaal gebonden, waarbij iedereen je mocht uitschelden en bekogelen met vieze dingen.
Schavot
Een soort podium waarop de straffen in de Middeleeuwen werden uitgevoerd. Iedereen kon kijken, roepen en dingen naar je gooien.
Scherprechter
Een ander woord voor beul. In de Middeleeuwen kon je gemarteld worden om je tot een bekentenis te dwingen. Ook voerde de beul alle lijf en doodstraffen uit.
Scheurhemd
Speciaal hemd dat gevangenen in de isoleercel moeten dragen. Het kan niet kapot gescheurd worden.
Schout en schepenen
In de Middeleeuwen de voorloper van de politie (schout) en de rechters (schepenen).
Spiegelstraf
Vanuit het oogpunt ‘oog om oog, tand om tand’ straffen: de hand waarmee je hebt gestolen, wordt afgehakt of de tong waarmee je hebt gelogen, wordt doorboord.
Spinhuis
Tuchthuis voor vrouwen. Zij moesten er wol spinnen.
Strafvermindering
Bij goed gedrag kan de rechter besluiten om de gevangenisstraf korter te maken. Je krijgt dus minder straf.

T
Tortuur
Folteren, martelen.
Tucht
Discipline, mensen dwingen om te gehoorzamen aan strenge regels.
Tuchthuis
V00rloper van de gevangenis. Het eerste tuchthuis werd in 1595 in Amsterdam geopend. In de tuchthuizen moest erg hard gewerkt worden; vrouwen sponnen wol, mannen raspten hardhout.
Tuchteling
Gevangene in een tuchthuis.
TV
Als een gevangene tv op zijn cel wil, dan moet hij die huren. Een tv huren kost 3,47 euro per week.
Tweede Gesticht
Het gesticht uit 1823, waar nu het Gevangenismuseum in gehuisvest is.

V
Veldwachter
Ouderwets woord voor een politieagent in een klein dorp.
Verdachte
Iemand van wie men vermoedt dat hij iets heeft gedaan wat tegen de wet is.
Vermogensmisdrijf
Misdrijf om rijker te worden. Bijvoorbeeld: diefstal zonder geweld, inbraak, heling en valsheid in geschrifte. Diefstal met geweld en afpersing worden gezien als geweldsmisdrijven.
Verpleegde
Een zwerver of bedelaar die naar Veenhuizen werd gestuurd. Zij werden ‘verpleegden’ genoemd, omdat de mensen dachten dat zwerven en bedelen ziektes waren waarvan je kon genezen.
Vondeling
Kind dat door zijn ouders bewust achtergelaten is en door andere mensen wordt gevonden.
Vonnis
De beslissing van de rechter of iemand schuldig is, welke straf hij krijgt en hoe lang die straf duurt.
Voorlopige hechtenis
Gevangen zitten in een huis van bewaring, in afwachting van het proces en de uitspraak van de rechter.
Vrije kolonie
Koloniën in Drenthe waar vroeger arme mensen vrijwillig naar toe gingen om boer te worden: Frederiksoord, Willemsoord en Wilhelminaoord.
Vrijheidsstraf
Iemand voor straf opsluiten

W
Wees
Een kind dat geen ouders meer heeft.
Woeste grond
Onbewerkte grond: moerasland en veen