Neem contact op:

Zefke Mols

 

ZEFKE MOLS
Over de landloper die miljonair was en een standbeeld kreeg

Op 11 juli 1874 krijgt het echtpaar Peter Joseph Mols en Maria van de Velde hun tweede zoon, Anton Pieter Joseph, liefdevol Zefke genoemd. Vader is van beroep marskramer en trekt rond om zijn garen en band aan de man brengen. Als Zefke nog maar vijf jaar is, verliest hij zijn moeder aan tuberculose. Het is een harde slag voor het gezin. Vader Peter trouwt later met Maria Josepha Schuman, maar Zefke kan niet zo goed overweg met zijn stiefmoeder. Hij is als kind dan ook vaak buiten op straat te vinden.

Brikkenbakkers in Duitsland
Als het voor vader steeds moeilijker wordt het hoofd boven water te houden, vertrekt het gezin naar Duitsland, waar vader en Zefke aan de slag gaan als brikkenbakker (steenbakker). Veel arme Limburgers reisden in die tijd naar het Ruhrgebied, waar de baksteenindustrie floreerde, om zo als seizoenarbeider de kost te verdienen. In de winter gaat Zefke naar school.

Kans wordt nachtmerrie
Zefke is 25 jaar als hij de kans krijgt om als leerling-sigarenmaker aan de slag te gaan. In 1908 mag Zefke met twee andere collega’s als vertegenwoordigers van sigarenfabrikant Arnoldt naar Duitsland om daar orders binnen te halen. Wat een mooie kans voor Zefke zou moeten zijn, wordt uiteindelijk een nachtmerrie. Zefke wordt plots opgepakt wegens moord en tot levenslang veroordeeld. Zeven jaren lang zit Zefke in eenzame opsluiting in een Duitse gevangenis.

Een gebroken man
Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Veel Duitse jonge mannen moeten naar het front. Plots meldt zich bij de Duitse politie een jonge man, die de moord na zeven jaar bekent. Hij gaat liever naar de gevangenis, dan naar het front. En Zefke… die is ineens van de één op de andere dag vrij.

Het is een bekend gegeven dat de jarenlange eenzame opsluiting mensen verandert. Zo ook Zefke. Hij is een gebroken, zwijgzame man, die gaat rondzwerven. Met zo nu en dan een klusje voor zijn halfbroer en anderen, sigaren maken, verdient hij een zakcentje.

Miljonair in Veenhuizen
Landlopen is in die tijd nog verboden en in 1922 wordt Zefke dan ook opgepakt. Hij wordt naar Veenhuizen gestuurd. Kort na zijn vrijlating gebeurt dit nog een keer. Hij beweert dan bij de rechter dat hij nog middelen van bestaan heeft. Sterker nog, hij is miljonair. En dat klopt ook, alleen is het bankbiljet van vijf miljoen Duitse mark door de hyperinflatie in Duitsland helemaal niets meer waard.

De miljonair kent nog meer grapjes. Als hij in Veenhuizen aankomt, wordt hij, net als alle andere verple

egden ingeschreven in de inschrijvingsregisters. Dit is een serieuze zaak. Alleen valt bij de inschrijving iets op: Zefkes geboortedatum klopt niet. Nu kan dit een verschrijving zijn, maar dat zijn woonplaats ‘Sittard Achterom’ is, wekt de indruk dat hij de ambtenaar van Veenhuizen aardig wat wijs heeft kunnen maken.

Geliefde verschijning
Uiteindelijk keert Zefke in 1924 terug naar zijn geliefde Sittard. Met zijn karakteristieke pijp en colbertje vol met medailles (gekregen van studenten), is hij een opvallende en geliefde verschijning in het Sittardse straatbeeld. Mensen sluiten hem in hun hart. Er is zelfs in 1932 nog enige zorg om Zefke als mensen hem al een tijdje niet gezien hebben. Wanneer hij weer wordt gevonden in Roermond besteedt de plaatselijke krant daar aandacht aan. De Limburgse troubadour Jo Erens schrijft een lied over hem.

Eervol begraven en in naam voortlevend
Als Zefke in 1955 overlijdt, wordt hij met veel eer begraven door de gemeente. Dit wordt bekostigd vanuit de AOW die Zefke nooit heeft geïnd. In 1974 komt er een standbeeld van Zefke in Sittard en vandaag de dag heet het inloophuis voor dak- en thuislozen in Sittard nog steeds Bie Zefke”.

Lied over Zefke door Jo Erens
Auwt Zefke Mols, auwt, gries en verschlete,

Ein van oos sjtadsprofete,
Mit zien medaajes op de boek,
Grieze baard en piepke in de móndj,
Löp hae de gansen daag in Zitterd róndj.