ANNA CHRISTINA WICART
Zulke voorwerpen behooren hier niet te huis
Als presentator Philip Freriks in 2010 deelneemt aan het programma ¨Verborgen Verleden¨, vermoedt hij al dat het familieverhaal dat de voorouders van zijn grootmoeder Harmina Wicart uit Frankrijk komen niet klopt. De naam Wicart is hij namelijk nog nooit in Frankrijk tegen gekomen. De zoektocht brengt hem inderdaad niet naar Frankrijk, maar in plaats daarvan naar Veenhuizen. Iets dat hij nooit had kunnen bevroeden!
Het leven van zijn oudmoeder Anna Christina Wicart (1791-1847) kent veel opvallende wendingen. Geboren als dochter van de bekende Utrechtse landschapstekenaar en porseleinschilder Nicolaas Wicart (tekening rechts) en zijn vrouw Johanna Margrieta Geerling lijkt de start in haar leven gunstig. Haar drie broers en zes zussen leiden een rustig, deugdzaam leven en een aantal van hen trouwt. Eén zus trouwt met een baron en vanaf dat moment kent de tak van die stamboom een adellijke lijn.
Schande
Hoe anders gaat het met Anna Christina. Op haar tweeëntwintigste krijgt zij een buitenechtelijk kind. Aan het begin van de negentiende eeuw is dat een schande. Dat zij in de jaren daarna nog vijftien buitenechtelijke kinderen krijgt, zal haar maatschappelijke aanzien alleen maar verminderen. De kans is groot dat haar familie er ook op aangekeken wordt.
Zestien buitenechtelijke kinderen
Zes kinderen overlijden voortijdig. Van de overgebleven tien kinderen, worden er vier door de stad Utrecht naar de Koloniën gestuurd: Anthonie (17), Willem (15) en Christiaan (11) worden in 1841 naar het wezengesticht in Veenhuizen gestuurd en een jaar later gaat dochter Wilhelmina (14) naar een koloniegezin in Wilhelminaoord.
Ommerschans – Veenhuizen
Miste ze haar kinderen of is het leven in Utrecht voor haar te hard? We weten alleen dat Anna Christina zelf in 1842 op vrijwillige basis naar de kolonie Ommerschans gaat. Vanuit Ommerschans wordt ze binnen twee weken al overgeplaatst naar Veenhuizen, waar ze in de buurt van haar drie zoons kan zijn.
Ontuchtig gedrag in Wilhelminaoord
Tussen 1844 en 1846 vertrekken haar zoons uit Veenhuizen en besluit Anna ook dat ze wil vertrekken. Ze geeft als reden op dat alles haar te zwaar valt. In juli 1845 wordt ze ontslagen uit Veenhuizen. Ze gaat weer richting Utrecht, in de hoop dat haar familie haar zal opvangen.
Die hoop blijkt ijdel, want een maand later meldt ze zich bij de Utrechtse stadsaalmoezenierskamer en geeft aan van haar familie geen steun te krijgen. Ze wil naar haar dochter in Wilhelminaoord. Op 31 augustus 1845 is ze in Wilhelminaoord, waar ze eerst bij de kolonistenfamilie Bijlaard en later De Jong inwoont. Lang gaat het niet goed, want binnen een jaar wordt er over haar geklaagd. Ze zou zich ontuchtig gedragen richting de jongeren in het gezin. “Zulke voorwerpen behooren hier niet te huis” sluit de klager zijn brief af.
Eindstation
Nog in datzelfde jaar wordt Anna Christina naar het Tweede Gesticht in Veenhuizen gestuurd, waar ze alleen en zonder familie, op 13 oktober 1847 overlijdt. Ze wordt begraven in een anoniem graf.